In het Gemeentemuseum Den Haag is op dit moment de expositie te zien over 't Binnenhuis. Één van de eerste designwinkels van Nederland die was opgericht door ontwerpers H.P Berlage en Jac. van den Bosch, zilversmid Willem Hoeker en financier Carel Henny als collectief van beoefenaars van toegepaste kunst. Het doel van de winkel, die tussen 1900 en 1929 wisselend succes beleefde, was om degelijke en betaalbare meubilairstukken voor gewone arbeiders te produceren. Dit laatste was echter, misschien helemaal niet het geval, zo betoogt Yvonne Brentjes, samenstelster van de expositie. De klantenkring bestond voornamelijk uit de modern georienteerde, hoogopgeleide, maar socialistische elite. Het socialistische ideaal lag dan ook niet zo zeer in de klantenkring, maar eerder in de uitvoering van de meubels. SPQA Amsterdam besloot onlangs om een kijkje te nemen bij de expositie in Den Haag, die niet teleurstelde.
't Binnenhuis
't Binnenhuis was een winkel in Amsterdam waar meubilair gekocht of besteld kon worden. De winkel is significant voor de geschiedenis van de vormgeving in Nederland, omdat het wordt gezien als één van de eerste designwinkels van Nederland. Er werden meubilairstukken verkocht van gerenomeerde architecten en ontwerpers die niet alleen met het ontwerp, maar ook met de opzet van de winkel bij wilden dragen aan een vernieuwend socialistisch wereldbeeld.
Hoewel de winkel was opgezet door drie ontwerpers, was en is Berlage veruit de bekendste van de drie. De in 1900 geopende winkel aan het Rokin draaide voornamelijk op klandizie die door de faam van Berlage als architect en stedenbouwkundige was aangetrokken. Berlage had zich altijd al aangetrokken gevoeld tot het socialisme en dat is in zijn werk, geschriften en levensloop zeer duidelijk zichtbaar. Met ’t Binnenhuis probeerden hij, Jac. (Jacques) van de Bosch, Willem Hoeker en de financier, Carel Henny deze idealen toe te passen door een socialistischere manier te vinden voor het ontwerpen en aan de man brengen van meubilair en andere huisraad.
De arme arbeidersklasse van rond 1900 had thuis meestal een onsamenhangende verzameling van goedkope, slecht zittende en in slechte staat verkerende meubilairstukken. De stukken waren vaak slecht in elkaar gezet, provisorisch gerepareerd aan de hand van afgedankte spullen of zelfs oorsponkelijk helemaal niet als meubilair bedoeld. Als de meubilairstukken al nieuw waren, dan waren ze praktisch en door lokale meubelmakers in elkaar gezet, die geen verstand hadden van comfort of ergonomie. Maar ook zat er meestal geen schoonheid in de stukken, laat staan dat er een samenhang te bekennen was in de huisraad. Aan de andere kant was er het meubilair van de hogere klassen. Het meubilair voor de elite was echter vaak duur, bombastisch en speciaal voor de opdrachtgever gemaakt. 't Binnenhuis probeerde hier een tussenweg in te vinden door eigenschappen van beide te combineren. Rijkere opdrachtgevers lieten meubilairstukken ontwerpen, welke daarna (soms in vereenvoudigde vorm of in goedkopere houtsoorten) via een catalogussysteem konden worden nabesteld door anderen. Door de grotere oplages, zouden de stukken goedkoper kunnen worden geproduceerd, zodat ze ook voor lagere klasses beschikbaar zouden zijn. Ook vernieuwend was het feit dat dit allemaal vanuit een winkel gebeurde.
Het was, in de tijd dat meubilair altijd maatwerk was, al een hele stap om tegen de elite te vertellen dat men de stoel die ze naar eigen smaak hadden laten maken, ook bij anderen thuis zouden kunnen vinden, voor een gunstiger prijs. Niet iedereen kon dit natuurlijk waarderen en alleen de sociaal begane clandizie kon zich in deze idealen vinden.
De socialistische oplossingen richtten zich niet alleen op het productieproces en klantenkring. Het socialistische ideaal dreef hen ook om na te denken hoe meubilair voor de socialist er uit moest zien en op welke manier de ontwerpen tot stand moesten komen. Zo werd er gezocht naar een eerlijk ontwerp, waarbij de eigenschappen van de verschillende materialen gebruikt werden om tot functionele en rationele, maar toch éénvoudige ontwerpen te komen. Alle houtverbindingen werden sterk uitvergroot of met andere kleuren hout geaccentueerd en nagels en hang en sluitwerk was duidelijk zichtbaar.Niet functionele versieringen werden radicaal vermeden. Ook kregen bijvoorbeeld de stoelen rechtopstaande leuningen om de houding van de socialist aan te duiden. Dit was een duidelijke afzetting tegen de onnatuurlijke ontwerpen van de Art Nouveau, een puur esthetische en daarom perverse stijl, die vooral populair was bij de hogere klassen. Tot slot moesten de ontwerpen een nieuwe nationale stijl belichamen die zijn wortels had in het Hollandse verleden van nuchtere hardwerkende arbeiders.
Een ander socialistisch getint idee was dat de winkel een collectief van ontwerpers representeerde. Berlage’s connecties zorgden ervoor dat in het eerste jaar ontwerpen van gerenomeerde namen als Karel de Bazel, Mathieu Lauweriks, Willem Penaat, Chris Lebeau en Theo Nieuwenhuis te koop waren. Door onenigheid over de organisatie en de ontwerpen vertrokken deze echter al na het eerste jaar. De winkel bleek toch succesvol en verhuisde in 1907 naar een groter pand op de Raadhuisstraat, dat was ontworpen door JF Staal en A Kropholler.
Hoewel er een sterke socialistische drijfveer achter de opzet van de winkel stak en het concept uitvoerig was uitgedacht, bleek het in de praktijk niet helemaal zo te gaan zoals men had gehoopt. De klanten kwamen vanuit de rijkere kennissenkring van de initiatiefnemers. Waar men geen rekening mee had gehouden is dat de meubilairstukken alsnog te duur bleven om voor lagere klasses aantrekkelijk te worden en dat het grootste gedeelte van de klanten toch zelf de stukken liet ontwerpen. De expositie stelt echter dat het leveren aan arbeiders ook helemaal niet het belangrijkste doel was van 't Binnenhuis. Aan de ontwerpen te zien, die met houtsnij- en inlegwerk versieringen kregen en van dure houtsoorten gemaakt werden kan worden afgeleid dat de beoogde klanten zich in de hogere klasses bevonden. Ook het type meubilair, veel comfortabele banken, theetafeltjes en bijzondere lampen, waren niet bedoeld voor de arbeider die vaak een kleine ruimte behuisde. Het meubilair was bedoeld dan wel bedoeld voor socialisten, maar daarmee niet gelijk voor arbeiders.
In 1913 trad Berlage in vaste dienst van de familie Kröller-Müller op de Veluwe, waar hij begon aan het ontwerp van het Jachtslot St Hubertus, inclusief het volledige interieur. Dit betekende feitelijk dat hij stopte bij ’t Binnenhuis, dat nog tot 1929 bestond.
Expositie
De expositie is opgesteld door Yvonne Brentjens, die eerder publicaties uitbracht over kunst en kunstenaars uit de periode rond 1900, zoals de K.P.C. Bazel en G.W. Dijsselhof. Met de expositie probeert zij naast het tonen van enkele bijzondere stukken uit de winkel, vooral een beeld te schetsen van de klanten die bij ’t Binnenhuis kochten. Tijdens het onderzoek dat aan de tentoonstelling voorafging, heeft zij het klantenboek en de catalogus met werken naast elkaar gelegd om te kunnen achterhalen waar de klantenkring van ’t Binnenhuis uit bestond. Hieruit herleidde zij dat het overgrote deel van de klanten uit een nieuw gevormde socialistische, maatschappelijk begane elite kwam die zich sterk bezighield met politiek, maatschappij en kunst.
Tot slot wordt ook relatie gelegd met het moderne leven van de overgebleven meubilairstukken, die uiteindelijk voornamelijk bij erfgenamen van de oorspronkelijke klanten terecht zijn gekomen. Hier werden zijn gefotografeerd door Johannes Schwartz in hun huidige natuurlijke omgeving, hetgeen het tijdloze karakter van de ontwerpen goed tot zijn recht laat komen.
In verband met de tentoonstelling is ook een boek uitgegeven, dat veel dieper ingaat op veel van de uitgelichte klanten.
De tentoonstelling loopt nog tot 4 maart 2012 en is zeker de moeite waard.
Bronnen:
- Kunstkanaal
- Winkelstories.nl
- Brentjens, Y. 2011, Rechte Stoelen, rechtschapen burgers, wonen volgens ’t Binnenhuis (1900-1929), Wbooks, Zwolle
Afbeeldingen
- Foto's tentoonstelling: SPQA Amsterdam
- Boek: wbooks.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten