Architect Jan Frederik (Frits) Staal was absoluut een veelzijdige architect. In plaats van trouw te blijven aan een eigen stijl, bleek hij steeds mee te evolueren met de nieuwste ontwikkelingen in de architectuur en hield hij er van om te experimenteren met nieuwe materialen en bouwtechnieken. Hoewel zijn oeuvre grote verscheidenheid kent, bleef hij ook altijd onderscheidend en op de voorgrond van de Amsterdamse architectuur en een inspiratie voor veel tijdsgenoten.
Een aantal karakteristieke gebouwen van zijn hand, zoals het Telegraafgebouw en de Wolkenkrabber behoren tot de bekenderen van Amsterdam. Deel 1 van een tweeluik over deze bijzondere architect.
In de rubriek Architect belicht wordt op regelmatige basis een spraakmakende architect uitgelicht die veel heeft betekend, soms juist weinig heeft betekend, of gewoon omdat hij/zij in het nieuws voorkomt.
Jan Frederik Staal (Amsterdam, 1879 - 1940) was een zeer tot de verbeelding sprekende architect die veel architecten inspireerde. Tijdens zijn leven, maar nu nog steeds.
Staal is zijn carrière in de bouw begonnen bij het bedrijf van zijn vader, een aannemer. Hier leerde hij een andere architect kennen: Alexander Kropholler. Zij besloten in 1902 om samen een bureau voor architectuur te beginnen. Staal was tijdens een reis door Amerika betoverd geraakt door de vernieuwende kantoorarchitectuur in dat land en dat is te zien in de eerste ontwerpen die het bureau aan het Damrak in 1904 maakte voor De Utrecht, een levensverzekeringenmaatschappij.
Dit gebouw is stylistisch een unieke combinatie van Amerikaanse Art Nouveau, eclectisisme en andere expressionistische invloeden. Let vooral op het beeldhouwwerk van het gebouw. De sterk religieus aandoende beelden, de verschillende dieren en ook is een plaquette met de namen van de architecten aan de zuidkant van de voorgevel te vinden.
Erg lang heeft de samenwerking met A. Kropholler niet geduurd. Margaret Kropholler, de zus van laatstgenoemde kwam op het bureau als assistente te werken en al gauw ontstond een affaire tussen haar en Staal, die zij in eerste instantie stilhielden, omdat Staal al was getrouwd.
Ook verwijderde de ideeën van de twee compagnons zich rond die tijd. Terwijl Kropholler zich bekeerde tot het katholicisme, begon Staal steeds meer te voelen voor het socialisme, een in die tijd vernieuwende stroming die populair was onder kunstenaars en architecten. Blijkbaar werd het Alexander allemaal teveel, want hij verliet het bureau en ging voor zichzelf werken.
Beide begonnen een eigen bureau en veel later, in 1936, trouwde Frits met Margaret. Margaret Staal-Kropholler wordt gezien als de eerste vrouwelijke architecte van Nederland.
Één van de eerste gebouwen die Staal als zelfstandig architect ontwierp was het magazijn en kantoorgebouw in de Reguliersdwarsstraat 108 – 114 voor de industrialist en socialist A. Heijstee die zijn geld had verdiend met de productie van tegelwerk. Tegenwoordig zit feestcafé Jantje’s Verjaardag in het pand en AT5 heeft hier enige tijd terug een kantoor bemand op de bovenverdiepingen.
De Amsterdamse School
Staal raakte erg onder de indruk van de vernieuwende ontwerpen van de eveneens socialistische Michel de Klerk en hij begon de vormentaal over te nemen, die later de Amsterdamse School werd genoemd. Staal liet zich steeds meer zien in socialistische kringen en vormde samen met de Klerk, Wijdeveld en Gratama een kleine groep binnen de Amsterdamse School die probeerde met architectuur en kunst een oplossing te vinden voor de sociale problematiek van de stad in het begin van de 20e eeuw. Staal was eigenlijk een stuk ouder dan de rest van de Amsterdamse Schoolarchitecten, maar zijn enthousiasme, zijn contacten en talent voor het sierlijke zette hem wel in de voorhoede van deze beweging.
Het was in deze socialistische kringen dat Staal Heijstee had ontmoet. Deze bezorgde Staal vervolgens een nieuwe opdracht: Heijstee wilde zijn voorliefde voor de kunst met zijn verdiende geld steunen met een villapark voor kunstenaars. Staal kreeg de leiding over het ontwerp voor Park Meerwijk in Bergen, dat rond 1918 gereed kwam. De enige voorwaarde die Heijstee stelde, was dat er rijkelijk gebruik moest worden gemaakt van tegels uit zijn fabriek. Dit werden Staal zijn eerste ontwerpen in de Amsterdamse Schoolstijl
Zelf ontwierp Staal vijf van de zeventien woningen, waaronder villa’s de Bark en de Ark die, zoals de namen doen vermoeden, ontwerpdetails hebben die aan de scheepvaart doen denken, en een drie-onder-één-kap met bijbelse namen Bilbad, Elifaz en Zofar. Voor de overige villa´s vroeg Staal een aantal jonge architecten die zich ook met Amsterdamse School ontwerpen hadden bewezen. Guillaume LaCroix, Piet Kramer, C.J. Blaauw en zijn eigen vrouw Margaret Kropholler. Joan van der Meij ontbrak, omdat hij nog bezig was met het Scheepvaarthuis en geen uitgesproken socialist was. Waarom Michel Klerk ontbrak is niet duidelijk, maar waarschijnlijk was hij op dat moment op huwelijksreis.
Staal heeft de algemene leiding over het project gekregen en was ook verantwoordelijk voor het stedenbouwkundig plan. Het park wordt gezien als één van de meest typerende voorbeelden van de Amsterdamse Schoolbeweging, temeer omdat de architecten hun creativiteit de vrije loop konden laten. De villa´s in het park kenmerken zich door een sterk landschappelijk karakter, met veel sprookjesachtig ogende details en creatieve oplossingen met bakstenen en weelderige rieten kappen.
Ondanks de huidige bewondering voor het park werd er in 1918 anders tegenaan gekeken, zoals een beschouwing van de architectuurcriticus A. Boeken in het tijdschrift Elsevier laat zien. Het park en de idealen van de architecten werd afgedaan als onsamenhangend en architectonische dwaasheid. Ook Staal zelf was niet volkomen tevreden over zijn eigen bijdrage aan het park. Deels had dit ook te maken met de geringe invloed die de architecten hadden op de bouw.
Het park bestaat tegenwoordig nog steeds, hoewel er in de loop der tijd veel is veranderd. Drie villa’s van Piet Kramer zijn al in 1922 verwoest door brand. Het tuinhuisje dat hier bijhoorde is verbouwd tot woonhuis en er zijn in het park inmiddels een aantal extra woningen tussen de oorspronkelijke villa’s gebouwd. Toch is het park het bezoeken waard, vanwege deze vroeg experimentele vorm, maar pure vorm van de Amsterdamse School.
Lees hier het vervolg, waarin onder meer verder wordt ingegaan op de latere werken van Staal, zoals de JM Coenenstraat, de Wolkenkrabber en het Telegraafgebouw.
Bronnen:
- Informatieve website over het Park Meerwijk op jantromp.nl
- Boeken, ir. A. Over het Park Meerwijk te Bergen, in: Elsevier Jaargang 28, Deel 56, 1918 juli-december
Foto's:
- De Utrecht: SPQA Amsterdam
- Staal: zuidelijkewandelweg.nl
- Bergen: SPQA Amsterdam
Geen opmerkingen:
Een reactie posten