30 apr 2012

Gebouw Batavia van JH Slot (1918-1920)

Aan de Prins Hendrikkade, op nummers 84/85 staat een bijzonder pand, dat hoewel het door zijn kleur en sterke verticale verdeling vandaag de dag niet erg opvalt ten opzichte van de omliggende bebouwing in detaillering toch onmiskenbaar een vroeg Amsterdamse School pand is. Het pand is sinds 2001 een rijksmonument van “zeer sterke waarde ” vanwege de nationale historische achtergrond en bouwstijl.

Het gebouw doet, door haar locatie, vlak bij het Scheepvaarthuis, met vergelijkbare kleur, verticale accenten en beeldhouwwerk vermoeden dat het een dependance is van dit gebouw, maar niets is minder waar. Het gebouw had echter wel net als het Scheepvaarthuis een functie die met de scheepvaart te maken had en dat de architect zich heeft laten beïnvloeden door dit gebouw, dat toen veel geprezen werd, is duidelijk te zien. De relatie met de scheepvaart is ook op te maken uit de locatie, vlak bij de haven, de exotische dierenmotieven en de naam, “Gebouw Batavia”, die met grote vergulde letters op de gevel te lezen is.

Gebouw Batavia is ontworpen in 1918 door J.H. Slot als kantoorgebouw voor de NV Batavia-Arak Maatschappij, een bedrijf dat gevestigd was in zowel Amsterdam als Batavia, de vroegere naam van Jakarta in Indonesië. De maatschappij verhandelde voedsel en drank uit Indonesië en China naar Nederland. Zij bezat arak distilleerderijen aldaar en een eigen distributienetwerk. Arak (of arrack) is een typisch Indonesische sterke drank op basis van suikerriet. Voor het transport maakte zij gebruik van de schepen van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, één van de initiatiefnemende maatschappijen van het Scheepvaarthuis.

Het gebouw, gebouwd tussen 1918 en 1920, bezit twee gevels. Één aan de Prins Hendrikkade, maar ook één aan de Oudezijds Kolk, hoewel het hier aan het water ligt en daardoor niet bereikbaar is vanaf de straat. Voor de bouw waren drie oudere panden aangekocht (twee aan de voorkant en één aan de achterzjide) en gesloopt om plaats te maken voor het nieuwe pand, dat hoger was dan de oude bebouwing en ook een kelder kreeg. Het pand bestaat uit vijf verdiepingen bovenop de kelder en een extra zolderverdieping bovenop. Elke verdieping heeft een rij van vijf ramen, zowel aan de vóór- als achterkant. Aan de achterzijde is het oorspronkelijke glas in lood behouden gebleven. Op onderstaande foto is te zien dat het gebouw ook aan de voorkant glas in lood had en op de bovenverdiepingen een andere glasverdeling. Aan de rechterzijde ligt het trapgat achter een smalle erker van half ronde ramen voor toetreding van daglicht. De ronde ruiten hierin zijn echter van latere datum, vroeger zat hier een patroon van kleine vierkante ruitjes in. Daar onder is de entree van het gebouw, die mooi is versierd met smeedijzerwerk in de vorm van een hekwerk en de half ronde erker eindigt hier in een lamp boven het hoofd.

Het pand heeft siermetselwerk in de vorm van geribbelde delen en fantasiedecoraties tussen de verdiepingen en sierlijk beeldhouwwerk van dieren. We zien twee groepjes apen boven de begane grond. Ook zijn er olifantenkoppen te vinden. Wie de beeldhouwer hiervan is, is onzeker. Dit is nergens in de archieven te vinden, maar kenners geven drie mogelijke namen: Jaap Kaas, Johan Altorf en/of Jan Trapman. Alledrie deze beeldhouwers stonden bekend om hun vakmanschap voor het vervaardigen van dierfiguren. Jaap Kaas was toentertijd de meest actief in Amsterdam. Zijn beelden sieren onder andere bruggen van Piet Kramer in verschillende delen van de stad, maar of hij daarmee ook de opdracht voor Gebouw Batavia heeft gekregen is daarmee niet zeker. Op de site van Buitenbeeld in Beeld is meer informatie te vinden over deze beeldhouwers en de reden voor hun mogelijke bijdrage aan het gebouw.

Het gebouw is gebouwd door de NV Gewapend-Betonbouw 'DE KONDOR'. Dit Amsterdamse bedrijf was één van de pioniers op het gebied van gewapend beton en gespecialiseerd in nieuwe toepassingen van dit materiaal. Zij waren ook onder andere verantwoordelijk voor de bouw van de Wolkenkrabber in Amsterdam Zuid.

De architect Slot was vooral in Hilversum werkzaam. Hier bouwde hij veel villa’s in een min of meer sobere variant van de Art Nouveau. Zelden week hij hier sterk van af. Over hoe hij de opdracht van de Batavia-Arak mij heeft gekregen is weinig bekend, maar gezien het feit dat het voor hem een éénmalige uitstap was naar een andere stijl, lijkt het er op dat hij hiermee een wens van de opdrachtgever uitvoerde. Zijn onbekendheid met de Amsterdamse School is wellicht één van de redenen dat hij zich door het Scheepvaarthuis heeft laten inspireren. Ook heeft hij in Amsterdam geen andere gebouwen ontworpen, hetgeen het pand aan de Prins Hendrikkade echt uniek in zijn oeuvre maakt. Deze feiten, de onbekendheid van de beeldhouwer en het feit dat er weinig over geschreven is, maakt het pand een interessant maar mysterieus geval.

Tegenwoordig is het gebouw nog in dienst als kantoorgebouw. Er zit naast een uitzendbureau een bedrijf in dat zich specialiseert in handel van voedingswaren naar de Antillen en Suriname. Onderin zit een café genaamd “Batavia 1920” refererend naar de naam en bouwjaar van het pand.

Bronnen:
- Batavia-Arak Maatschappij (1926) De Batavia-Arak Maatschappij Amsterdam, 1901-1926, Drukkerij De Mercuur
- Daam, Hendrik Jacobus, Directeur van de NV Batavia-Arak Maatschappij, gevonden op iisg.nl
- Arak op Wikipedia
- Gebouw Batavia op de site van Rijksmonumenten.nl
- Architect JH Slot

Foto's
Recente foto's: SPQA Amsterda
Archieffoto's: Beeldbank stadsarchief Amsterdam
Luchtfoto: Beeldbank stadsarchief Amsterdam

Geen opmerkingen:

Een reactie posten